Over Toog, Ketierke, Loebes, Hurdenie, Siepoog en Witteghè van Wijnd.

 

 

Met mijn Kempische geboortegrond en interesse in kunst en architectuur kreeg Duivelsklauw een Brabants tintje. De schilderijen van Pieter Brueghel de Oude en Jhieronymus Bosch vormden een grote inspiratiebron. De meeste namen komen uit het Brabants dialect. Hieronder zie je er een aantal staan. 

 

Ackedaeren: samenwerken

Alzelève Volleghé: altijd vuiligheid

Dèmpeg: benauwd

Fantonten: belachelijke manieren

Flènneg: boosaardig

Hurdenie: hoor je niet

Kendeghè: ken jij

Ketierke: kwartiertje

Kerwel: ruzie

Kniep: zakmes

Loebes: lomperd

Medinne: dadelijk

Nievelwijnd: niet veel wind

Siepoog: tranend oog

Tiswa: het is wat

Tisaltèwa: het is altijd wat

Uwweghè: eeuwigheid

Verbèllemonte: verwaarlozen

Tisvul Volleghè: het is veel vuiligheid

Witteghè van Wijnd: weet jij van de wind